Er zijn weinig dingen waar ik zo’n hekel aan heb als aan het zetten van de wekker, zeker als het voor onze begrippen vroeg is. Vandaag ontkwamen we er helaas niet aan, de auto moest om 8 uur bij de garage zijn. We waren er mooi op tijd, alleen hadden we de koffie overgeslagen. Omdat de reparatie een klein uurtje zou duren wees de baas van de garage ons op een kleine boulangerie om de hoek, waar ze ook koffie hadden. Die koffie – café au lait - kwam uit een apparaat dat op een Nespresso-machine leek maar het niet was. Het stond op een wankel tafeltje middenin de winkel en de dame die hem bediende moest ervoor op haar knieën. Hoe het precies in elkaar zat weet ik niet, maar er stond een flesje melk naast en via een ingenieus systeem werd daaruit hete melk met de koffie vermengd. De smaak was die van, laten we zeggen, een goede oploskoffie. De croissants daarentegen, die net vers uit de oven kwamen, waren met stip de lekkerste tot nu toe! En dat voor €3, inclusief die koffie.
Een uurtje later haalden we de auto weer op. Die had een bypass
gekregen zodat het contact weer van de benodigde voeding werd voorzien. De prijs
viel reuze mee, Bert kon het zo uit zijn broekzak vissen, en met een werkend
knipperlicht reden we terug naar de tent voor alsnog een fatsoenlijke kop
koffie. Tegenwoordig heet dat met een hip woord ‘slow coffee’, terwijl we
gewoon een ouderwets papieren filter gebruiken in een filterhouder die we op onze
bekers zetten. Kampeerkoffie noemen we dat.
Ik kom nog even terug op onze tocht vanuit Toulouse. Je kunt
naar Llauro via de autoroute maar dat deden wij maar een klein stukje, tot het
plaatsje Bram. Daarna reden we binnendoor, en dat was echt de moeite waard.
Goed, we dronken onze ochtendkoffie gezeten in de schaduw
van de kurkeiken waar we hier onder staan. Er liggen hele stukken bast op de
grond, je kunt de structuur van de kruk heel goed zien. Het zijn niet de bomen
met het dichtste bladerdak dus de schaduw is wat diffuus, maar zeker diep
genoeg om ons voor verbranden te behoeden. Heel aangenaam. Na de koffie deed
Bert de was (lees: stopte hem in de wasmachine) en schreef ik aan het blog. De
resultaten daarvan hebben jullie gisteren kunnen lezen, ik postte twee dagen
tegelijk.
’s Middags besloten we naar Perpignan te gaan. Die stad
kennen we eigenlijk alleen van naam, van de vele files op de zwarte zaterdagen,
maar hoe wat hij werkelijk te bieden heeft, geen idee. Het was een half uurtje
rijden en we zetten de auto in een parkeergarage aan de rand van het centrum.
Voor we het historisch centrum inliepen streken we voor een drankje neer op een
terras langs het kanaal van Perpignan, de vochtbalans moest wel op peil
gehouden worden in deze hitte. Er was duidelijk veel aandacht besteed aan de
lager gelegen oevers, een en al groen en bloemen. Heel goed onderhouden ook,
een feest om naar te kijken. Het centrum was gezellig druk, met kleine oude
straatjes en leuke winkeltjes. In één van die winkeltjes, vol met allerhande
merkwaardige snuisterijen, deden we een boodschap en raakten we aan de praat
met de eigenaar. Hij vertelde dat hij ooit op een van de waddeneilanden was
geweest maar wist niet meer welk. Eind van het liedje was dat hij de kaart erbij
pakte en liet zien waar het om ging: hij was met een paar anderen van Bergen in
Noorwegen naar Vlieland gezeild! Had daarna een rondje IJsselmeer gedaan en was
erg onder de indruk. Natuurlijk hadden ze ook wel Amsterdam bezocht, dat hoort
erbij, maar dit hadden we toch niet verwacht. Daarna waren ze doorgezeild naar
Portugal. Hoe leuk!
Onderweg zagen we de lucht steeds meer betrekken, tot hij
inktzwart werd. Precies in de richting van ons kampeerterrein. We gunden de
mensen hier van harte een flinke plens water maar hoopten wel vóór de regen
terug te zijn zodat we ons konden voorbereiden op een kookpartij onder het
slecht-weer dak dat Gijs had aangelegd. Om half acht waren we weer bij de tent.
Droog! In plaats van op regen werden we getrakteerd op een schitterende
avondlucht. Het kan verkeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten