dinsdag 14 september 2021

Dag 23 – maandag 13 september: Remoulins

Er wordt hier veel gefietst. Er zijn niet zoveel fietspaden als je in sommige andere streken wel ziet, maar toch mogelijkheden genoeg. Zeker als het je niets kan schelen om over een drukke autoweg te fietsen, met zowel achterop- als tegemoetkomend vrachtverkeer. Dat dat soms levensgevaarlijke situaties op kan leveren, zowel voor jouzelf als fietser als voor de automobilisten, moet je op de koop toenemen. Maar ook in een doodstil straatje, zoals in Castillon-du-Gard,  ben je niet gevrijwaard van een valpartij. Daar schuilde het gevaar in een klein steentje dat nét verkeerd lag zodat de jonge vrouw die ons tegemoet kwam merkte toen ze hard onderuit ging. Gelukkig was haar partner niet al te ver vooruit gefietst zodat hij snel de nodige bijstand kon verlenen. Ik had de auto maar even stilgezet, zodat ze in alle rust weer overeind kon krabbelen en de fiets aan de kant kon zetten. Achter mij ontstond een korte file, maar iedereen wachtte geduldig. Toen we weer doorreden zagen we wel dat de dame in kwestie haar elleboog flink beschadigd had, er kronkelde een rood riviertje van bloed over haar onderarm. Waarschijnlijk leek het erger dan het was en was het plakken van een pleister genoeg. Overigens hebben we bij terugkomst onze van fietsende voorziene achterburen wel aangeraden eens die kant op te fietsen. Goed te doen vanaf de camping en zeer de moeite waard.

We waren er al ontelbare keren voorbij gereden, dat plaatsje. Nu gingen we er maar eens kijken, en wat een verrassing! Een prachtig gerestaureerd middeleeuws dorpje waar het nu eens niet uitgestorven was maar, ondanks het feit dat het heel klein was, toch over enkele terrassen beschikte waar gretig gebruik van gemaakt werd. Natuurlijk scheelde het dat we er met lunchtijd waren, dat trekt altijd wel bezoekers, maar het gaf het geheel ook  zonder dat een plezierige aanblik. Wij lieten deze keer gastronomische geneugten aan ons voorbij gaan, hadden een ander plan. We liepen door de stille straatjes en genoten van de geel gekleurde bakstenen met hun warme uitstraling. Vanaf één punt kon je de Pont ook goed zien liggen al was het wat in de verte. Na een uurtje hadden we het wel gezien en reden we naar onze volgende bestemming van de dag: Uzès.












Het is een verschil van dag en nacht, Uzès zien mèt of zónder markt. Het grote plein, waar we twee dagen geleden nauwelijks vooruitkwamen door de drukte, was nu leeg. De horeca had er weer tafeltjes en stoeltjes neergezet, op marktdag waren ze aangewezen op de beperkte ruimte onder de schaduwrijke en sfeervolle galerijen. Tja, en we konden het niet laten, of eigenlijk vooral ik niet: we gingen wéér lunchen bij Les Terroirs. En net als zaterdag nam ik de tartaar van tonijn, geflankeerd door een met balsamico en goede olijfolie aangemaakte sla met tomaat. Bert bestelde deels hetzelfde, namelijk carpaccio – die smolt werkelijk op je tong – maar deze keer niet met mozzarella maar met warme Pélardons op toast. Pélardons zijn kleine geitenkaasjes uit de Cevennen. Het zag er allemaal niet alleen geweldig uit maar het smaakte ook weer meer dan voortreffelijk. De tonijn, supervers, was uitstekend gemarineerd en vermengd met rode ui, kappertjes, zwarte olijven, hele dunne schijfjes appel, stukjes gegrilde courgette en peterselie. Met een glas witte wijn erbij was het weer smullen geblazen. We sloten af met een ijsje van de naastgelegen ijssalon. Dat ijs is hier echt onweerstaanbaar lekker! Toevallig had ik net het boek ‘de IJsmakers’ gelezen, van Ernest van der Kwast, en dat gaf het geheel voor mij een extra leuk tintje.






Nadat we nog wat rondgedwaald hadden en een boodschap gedaan bij de Carrefour was het weer tijd om ons bij de tent in een stoel te nestelen met een boek. Bert las ‘Ik ben een eiland’ uit, van Tamsin Calidas, en ik ging verder met ‘de Rat van Amsterdam’, van Pieter Waterdrinker. Een dikke pil maar vlot geschreven, een beetje in de stijl van ‘In Europa’ van Ilja Leonard Pfeiffer. In De Rat worden de grote loterijen in Nederland flink op de hak genomen, en niet alleen dat maar ook tal van andere zaken worden onder een sterk vergrootglas gelegd. Echt eten hoefden we niet meer, een stukje blauwe brébis volstond. Dit is een kaas vergelijkbaar met Roquefort maar dan van koemelk (roquefort is van schapenmelk). Stukje stokbrood erbij, klaar!

 Voor we gingen slapen haalden we alles binnen: stoelen en tafeltjes. Weersverwachting voor morgen: regen, regen, regen. Een fietstochtje zit er voor onze fietsende achterburen niet in, zelfs niet naar Castillon.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten