donderdag 2 september 2021

Dag 11 – woensdag 1 september: Llauro

Frankrijk is onlosmakelijk verbonden met wijn en kaas, toch? Aan die eerste hier geen gebrek. Elk dorp heeft zo z’n eigen wijnproducent of in elk geval een aandeel in dat van een ander. Hier op de camping worden de flessen ook uit de grote vaten van het nabijgelegen wijnhuis gevuld, wij kopen ze dan gekoeld en al. Aangezien wij alleen een koeltasje hebben waarin we wel iets enige tijd koel kunnen houden maar niet koel kunnen maken een prima oplossing. Maar dan die kaas. Gisteren wilden we een lekker geiten- of schapenkaasje kopen voor bij die wijn. Mis. Nergens iets te krijgen. Sowieso is het lastig om je boodschappen ergens anders te doen dan bij een Intermarché of een SuperU, kleinere gespecialiseerde winkels vind je haast in geen enkel dorpscentrum meer. We richtten onze pijlen op Thuir, het stadje dat op 13 km afstand van Llauro ligt. Mogelijk zouden we daar slagen, in onze herinnering was dat net wat groter en beschikte het over een aardige middenstand. Maar ook daar had de crisis toegeslagen. Afgezien van een plein vol makelaars, banken en verzekeringsbedrijven he-le-maal- niets. Op één bakker en een paar zieltogende kledingwinkeltjes na. Uiteindelijk vonden we ergens een fromagerie, maar die was gesloten wegens vakantie…De winkeliers willen er natuurlijk ook weleens tussenuit en doen dat graag precies vanaf 1 september, als het toeristenseizoen officieel voorbij is. Uiteindelijk kochten we een stukje Cantal bij de kleine Spar in Fourques, dat was ook ongeveer alles wat ze aan kaasjes hadden. Op de standaard voorverpakte camembert en brie na, die lagen net als bij ons tussen de boter in het koelvak.

Voordat we op kazenjacht gingen maakten we een mooi uitstapje naar Castelnou. Dat is een oud vestingstadje (of liever, dorpje) niet ver van Thuir. Aangezien het toeristenseizoen voorbij was konden we in alle rust de straatjes verkennen. De obligate souvenirwinkeltjes waren goeddeels dicht, en dat vonden we dan juist weer een voordeel. De temperatuur was zeer aangenaam dus konden we een aardig eind naar boven klauteren zonder bijna de geest geven. Aan de voet van het dorp had een beeldhouwer zijn atelier en ook daar konden we in alle rust rondkijken. Niet alles wat hij maakte kon ons bekoren maar er waren beslist een aantal beelden bij, allemaal gehakt uit marmer uit de streek, die we wel in onze tuin wilden hebben. Jammer alleen dat we dan ons huis zouden moeten verkopen om het te kunnen betalen, dan is de tuin ook weg en tja, dat schiet niet op. 






Na een stokbroodsandwich van een halve meter konden we er weer tegen en reden we een prachtige tocht door de Pyrénées-Orientales. Smalle binnenweggetjes, veel bochtjes, geen andere auto’s, schitterende uitzichten! Het is beslist geen hooggebergte maar zeer de moeite waard vonden wij. Tja, en daarna dus die kazenjacht…

Terug bij de tent kookten we, ik schreef aan het blog en we maakten een korte avondwandeling over het terrein. Binnen een half uur gaat het hier nu van lichte schemering naar pikdonker. Dan doet zich een ander verschijnsel voor, nieuw voor ons: overal worden tenten en voortenten verlicht door slingers met lampjes. Sommige van bescheiden lichtopbrengst, dat staat best gezellig, maar er zijn er ook die de camping het uiterlijk geven van een kermisterrein. Als je trek mocht hebben in oliebollen zou je zomaar naar zo’n tent gedreven kunnen worden. Ach, alles went. Zelfs bij een tent.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten