maandag 20 september 2021

Nabeschouwing en routekaart

Allereerst hier de uiteindelijke routekaartjes. Eén met de hele route vanaf Groningen, een met iets ingezoomd op de route in Frankrijk:






Nabeschouwing.

Heel vaak krijgen we de vraag of dat op onze leeftijd nu niet lastig is, kamperen in een tent. En dan met name dat slapen op de grond. Het antwoord is altijd: nee. We hebben uitstekende slaapmatten, en het enige wat je hoeft te doen is je daar op te laten zakken. De zwaartekracht helpt heel goed mee ;) Opstaan is ook helemaal niet moeilijk, je kunt je heel makkelijk omhoog drukken. In de grote tent zetten we een stoel klaar, die kunnen we dan eventueel gebruiken om dat proces iets te vergemakkelijken maar nodig is het niet. Sterker nog, je blijft er soepel bij! En verder, je zit overdag gewoon op een stoel. Niets ingewikkelds aan! Groot voordeel: bij thuiskomst gaat alles in een kast, niks geen opslag huren zoals voor caravan of camper. En verder heb je er ook geen omkijken meer naar. Niet poetsen van tevoren of schoonmaken na afloop. Kostentechnisch ook heel interessant, voor maximaal een paar honderd euro heb je via marktplaats een exemplaar dat jaren meegaat. Die van ons was zelfs splinternieuw, het vloeipapier zat er nog tussen (uit een failliete boedel van de fabrikant). Op de kampeerterreinen kunnen we de mooiste plekjes opzoeken. Heeft het dan helemaal geen nadelen, zo'n tent? Natuurlijk wel. Als het regent en je wilt opbreken is dat vervelend. Dan moet je hem nat in de zak proppen. Zolang je hem diezelfde dag weer ergens anders opzet is er verder niets aan de hand, dan droogt hij vanzelf. Als je naar huis gaat moet je hem daar uithangen of opzetten om te drogen. Maar dat hebben we eerlijk gezegd niet vaak bij de hand gehad. Deze keer hebben we hem thuis even uitgelegd omdat de randen wat vochtig leken maar dat bleek in de zak al opgedroogd te zijn. En als het regent en je wilt koken moet je ook even iets verzinnen, maar dat hebben we vrijwel nooit bij de hand gehad. Regen gaat altijd wel weer over, en anders zijn er wel restaurantjes of overdekte kookplekken te vinden. Voor ons is het dus geen moeilijke keus. Joe Simpson, bergbeklimmer, beschrijft mooi in zijn boek 'Over de rand', hoe bijzonder dat is, een tent: je hebt een stuk stof, haalt het uit een zak en even later is dat je eigen vertrouwde huisje. Die geur alleen al als je de zak van de tent openmaakt, van het tentdoek...

Het is duidelijk: wij zijn tentkampeerders en zullen dat blijven tot onze laatste snik. Als de grenzen in Amerika weer opengaan misschien nog eens die kant op, maar afgelopen weken in Frankrijk waren ook heerlijk. Vive la Tente! 


Enige informatie:

we kamperen in een Buena Vista Compact van Eureka, Breathable Technical Cotton. Slaapmatten zijn van Ayacucho, het huismerk van Bever, stretch comfort 7,5 cm dik. Slaapzakken van Outwell, Constellation LUX. Vrij volumineus maar echt heerlijk! Als je je omdraait draaien ze niet mee. 
Onze kleine tent is een model van Orzak, polyester, uit de WalMart in de VS. Niet meer verkrijgbaar. 





zondag 19 september 2021

Dag 26 – donderdag 16 september: Mazille – Groningen

Mensen die mij kennen weten het: rood is, zoals kleindochter Mille zegt, mijn lievelingskleur. In ons huis kun je er niet omheen. Maar het kan ook teveel worden, je moet het wel doseren.

Onze hotelier had dat laatste goed gedaan. Hij was duidelijk ook een liefhebber van deze prominente kleur, wat goed te zien was. Rode hoogglans kasten (van Ikea) voor de drank, een rode muur, rode tafelkleedjes en zelfs rode snoeren aan de plafondlampen in de bar. Rode gordijnen en een omgekeerde kerstboom met rode versierselen in het restaurant. Die kerstboom had volgens zijn zeggen niets met kerst te maken maar met de maand van de spar. Waarschijnlijk laat hij het gewoon zo staan, en over twee maanden is het dan opeens wel een kerstboom.









Doorkijkje vanuit onze hotelkamer

Aan de overkant de Épicerie


Nu behoort rood tot de warme kleuren, maar daarvan was in het karakter van de beste man niet veel terug te vinden. Laten we zeggen dat communicatie niet zijn sterkste kant was. En dat was jammer, want het maakt echt wel wat uit hoe iemand reageert op een vraag of een praatje. Dat gevoegd bij de wat merkwaardige kamer en het ook niet overtuigende eten zouden wij het niet aanbevelen. Gemiste kans lijkt me.

Wat wel een voordeel was, en dat was natuurlijk ook de reden dat we daar zaten, was dat we ongeveer naast onze boerenfamilie zaten. Om tien uur reden we dus het ons zo vertrouwde erf op, waar de tijd had stilgestaan. Zij stond toevallig net buiten, op het trapje naar de keuken, en straalde toen ze onze auto zag aankomen. Dat is al dertien jaar dezelfde dus bekend bij hen. We leerden hen kennen toen ze nog volop in het boerenbedrijf waren en jonge kinderen hadden. Nu zijn ze 93 en 87.

Hij lag in bed te wachten op de thuiszorg terwijl zij ons binnen bijpraatte. Le fin de la vie, ce n’est pas facile, zei ze. Gelukkig hebben ze naast twee zorgzame kinderen ook een hele batterij aan klein- en achterkleinkinderen die allemaal dol op ze zijn, en elke dag belt of komt er wel iemand. Ze waren ontzettend blij ons te zien en dat was wederzijds. Jammer dat we hem alleen in bed konden zien, van spreken was niet echt sprake maar zijn ogen glinsterden. Waren we iets later geweest had hij aangekleed in de keuken gezeten, waar hij ook wat achter zijn rollator kan rondschuifelen. De boerin gooide een houtblok in het fornuis om de herfstkilte wat te verdrijven en we praatten over van alles en nog wat. We namen hartelijk afscheid en ik beloofde ze nog wat vaker te schrijven. Na afloop hadden we zomaar het gevoel dat we hem voor het laatst gezien hadden…

Foto uit 2017. In de keuken/woonkamer

Bij de épicerie tegenover het hotel kochten we een paar geitenkaasjes en een brood. Dat winkeltje is er ook al zolang wij er komen en de enige vernieuwing die er is doorgevoerd is een pinautomaat. Om klokslag elf reden we weg, richting huis. Dat was ruim 1000 km. Op zich goed te doen, maar dan moet je eerder vertrekken. Nu waren we om een uur of vijf in Luxemburg, waar we – na goedkoop getankt te hebben - helemaal verkeerd reden. Dat kostte nogal wat tijd omdat het verkeer ook overal vast stond. We kwamen uiteindelijk weer op de goede weg maar namen nóg een keer een verkeerde afslag, in België. Opeens zag ik dat in België de benzine ook erg goedkoop was, allemaal benzinestations naast elkaar met hele lage prijzen. Een flashback: hier was ik eerder geweest! Martelange, daar reden we in een heel grijs verleden, voor ik Bert kende, ook altijd langs om te tanken! De oude route naar Frankrijk. Het schoot niet erg op allemaal, maar eenmaal in België ben je ook zo in Nederland, en om dan nog een hotel te zoeken, daar hadden we geen zin in. We besloten dus door te rijden. Ons avondmaal bestond uit kokosmakronen die we bij een benzinestation vonden. Niet heel gezond maar we hadden ook niet veel trek. Om precies vijf over half twaalf waren we thuis! Alles uit de auto gehaald, een glas wijn gedronken en een boterham gegeten (er lag een gezellig voorraadje proviand van brood, kaas, jus d’orange, eieren en fruit) en ons bed in getold. Waar we niet slapen konden. Teveel adrenaline. Het was een prachtreis!

Druk was het niet!

 

 

zaterdag 18 september 2021

Dag 25 – Remoulins – Mazille (bij Cluny, Bourgogne)

Onze buren, die gistermiddag zo enthousiast op de fiets gesprongen waren na de zondvloed, hadden zich toch wat verkeken op het fietsnetwerk van de Fransen. Meer precies: na de eerste rotonde waren ze de weg al kwijt. Uiteindelijk kwamen ze wel in Castillon-du-Gard terecht, maar de verdere route naar Uzès en vooral de weg terug daarvandaan naar de camping verliep toch problematischer dan verwacht. Ze waren omhoog gefietst waar dat juist niet de bedoeling was en kwamen zo bijna in een ander dal uit. Op het moment dat ze dat in de gaten kregen was het al bijna donker, en dat is dan ook echt donker. Aan verlichte fietspaden doen ze hier al helemaal niet dus het was geen prettige terugtocht geweest. Ze waren om een uur of half tien pas bij hun caravan wat betekende dat ze een uur in de duisternis hadden moeten peddelen. Maar, eind goed al goed.

Intussen heeft de herfst hier ingezet. Je ziet een lichte verkleuring van groen naar iets geel en rood, en dat geeft een mooie aanblik. Van Gogh had er wel raad mee geweten! Op de camping is het seizoen ook bijna ten einde. Ons sanitairblok was vanmorgen afgesloten en het enige dat nog open was lag best een eind weg. Water was er nog wel, dat scheelde. De camping zelf sluit 30 september definitief en dat zijn ze vast een beetje aan het voorkoken. Voor ons gaf het net het zetje om het besluit te nemen: we gaan naar huis! Ook doordat de weersvoorspellingen niet zo bijster goed waren, het oorspronkelijke plan om nog naar de Drôme of de Provence te gaan viel daardoor enigszins in het water. Eén en één is twee, en zo braken we vanmorgen in alle rust de tent op. Voor de laatste keer ontbeten we met croissants en pain au chocolat, en met enige weemoed zetten we ook de laatste keer kampeerkoffie. Dat moment…dat zullen we wel heel erg gaan missen. Maar goed, we hadden het spul snel in de auto en liepen nog even naar de buren om afscheid te nemen. Zij bleven helemaal alleen achter, iedereen was verder al vertrokken. Zij boden ons nog een kop koffie aan en dat sloegen we niet af. We hebben nog gezellig een uurtje zitten kletsen en om 11.30 reden we het terrein af. Tank volgooien bij de Carrefour en karren maar!

We hadden een paar plannetjes vandaag. Ten eerste wilden we naar Taizé, dat is een grote internationale geloofsgemeenschap niet ver van Cluny (en dat is dan weer het hart van de Bourgogne). Nu gingen wij niet vanwege dat geloof, maar vanwege de pottenbakkerij. De broeders, van deze oecumenische geloofsgemeenschap, afkomstig uit dertig verschillende landen, maken daar al sinds 1949 steengoed, zowel gebruiks- als sierobjecten. Ze werken nog steeds, net als in de beginjaren, met ongezuiverde leemklei. De glazuren, die ze zelf maken uit onderaardse mineralen,  bevat soms as van planten die onderaardse mineralen hebben opgenomen. Ons hele servies komt daarvandaan: borden, ontbijt/dessertbordjes, soepkommen, koffiebekers. In de borden en kommen is de as van planten duidelijk zichtbaar. De eerste aanschaf deden we omstreeks 1979 en we gebruiken het elke dag. Alles gaat in de vaatwasser en het is ijzersterk. Ooit hadden we een bord laten vallen en toen we er eens in de buurt waren konden we het gewoon aanvullen. De koffiekopjes gaan ook al een heel huwelijk mee, al zijn er nu twee waar een klein chipje af is en één heeft een barst. Vandaag wilden we daar vervangers voor gaan kopen.

Het tweede plan was om onze goede vrienden in Mazille, vlakbij Cluny, te bezoeken. In 1979 waren we op zoek naar een plek om de tent op te zetten omdat onze favoriete camping in Lugny, beroemd wijngebied, opeens meer dan gehalveerd was en deels omgevormd tot sportveld. We reden zo eens wat rond en vroegen lukraak aan een paar mensen of zij misschien iets wisten. O ja hoor, vraag maar eens daar bij die boerderij, daar staat wel eens vaker een tentje in de boomgaard. Goed, om een lang verhaal iets korter te maken, we werden er met open armen ontvangen daar op die middeleeuwse boerderij waar veel nog in de oude staat was. Sindsdien zijn we járenlang hun gast geweest, onder de appel- en pruimenbomen en temidden van hun geiten die ’s morgens op hun achterpoten het onrijpe fruit uit de bomen kwamen eten. Hun zelfgemaakte geitenkaas (4 liter geitenmelk is er nodig voor één kaasje!) was ongeëvenaard. We mochten nooit iets betalen, behalve dan voor de kaasjes, maar lieten gewoon wat achter in de schuur. Daar hadden we een middeleeuwse stenen gootsteen met kraan erboven tot onze beschikking. We zetten er ooit een zeeppompje neer, en dat heeft er tot een paar jaar terug gestaan. Verweven in de spinnenwebben. Toen onze oudste geboren was mochten we gebruik maken van hun badkamer, en ook die is  tot voor kort hetzelfde gebleven. Speciaal voor ons installeerden ze op het erf een chemisch toilet. Zelf hebben ze nooit anders gehad dan hun keuken waarin een groot houtfornuis, een eettafel, zes stoelen en een koelkast met een tv er bovenop. Zelfvoorzienend door de moestuin en de kippen/konijnen/parelhoenders die er tot het uur U vrij rond mochten lopen. Nou ja, die konijnen niet dan, die zaten in hokken. Een stuk of 12 koeien zorgden voor de melk en de inkomsten. Door de jaren heen zijn we altijd contact blijven houden, de laatste keer dat we er kampeerden hebben we ons tentje in de schuur opgezet omdat ze de boomgaard niet meer onderhielden.



De wasbak



Eeuwenoude sleutel, 25 cm lang

Gedigitaliseerd, net als de foto hieronder


Het derde plan: wijn halen in de supermarkt in Cluny. Dat was ooit een tip van de boer geweest, ze kopen daar groot in en kunnen het dus veel goedkoper aanbieden dan direct bij de cave.

Plan 1 lukte vlot, en met vier nieuwe bekers (het is er ook nog eens helemaal niet duur) reden we naar de supermarkt voor plan 3. Aan de bekers werden wat flessen goede witte wijn toegevoegd en dat was dat.

Plan 2 komt morgen aan de beurt.

In Mazille is een klein hotel. Ook dat hotel was er altijd, de bar hét ontmoetingspunt voor de dorpelingen. Nu is er een Belgische kok die het nieuw leven in heeft geblazen, en het leek ons toepasselijk daar te overnachten. Ik boekte er dus een kamer en een tafeltje in het restaurant. Om 19.00 meldden we ons. De kamer was nogal bijzonder: lang en smal, met een eenpersoonsbed beneden en een smal tweepersoons op de vide. Ach, we redden het ook in een tent. Het eten was goed maar niet meer dan dat. Om half tien hadden we de pijp helemaal uit. Morgen plan 2 uitvoeren en dan: naar huis!

 

donderdag 16 september 2021

Dag 24 – dinsdag 14 september: Remoulins

Soms zit je er naast met je voorspellingen, zoals ik met het slot van mijn vorige post. Maar aan het begin van deze dag leken ze toch uit te komen.

Om een uur of acht werd ik wakker, en gezien de onheilspellend zwarte lucht besloot ik gauw water op te zetten voor koffie. Koken, al is het een keteltje water, is in de tent geen optie. Niet alleen wegens brandgevaar maar vooral vanwege koolmonoxide. We konden nog buiten ontbijten toen het een beetje begon te druppen. Viel eigenlijk ook nog mee, we trokken ons terug onder de luifel en hielden het een half uurtje droog. Tot het opeens begon te stortregenen. Met bakken tegelijk kwam het uit de lucht en nog net op tijd konden we alles dichtgooien. Dat werd een uurtje lezen. Tenminste, dat dachten we. Het uurtje werden er twee, en toen drie, en toen vier…het blééf maar onweren en regenen. Ik kon een heel eind opschieten in mijn boek van 586 bladzijden. Uiteindelijk zaten we vijf uur opgesloten, tot opeens de hemel openbrak en er zowaar een spoortje blauw te zien was. Ik kan me in mijn lange kampeerloopbaan niet herinneren dat ik ooit zó lang achter elkaar binnen heb moeten zitten. Meestal is er wel een moment dat het even iets minder wordt, maar nee.





Ach, en toen was het weer droog en dan ben je het gauw vergeten. Het terrein was wel veranderd in een zwemparadijs, met overal diepe plassen, maar onze tent stond mooi op een wat hoger gelegen stukje bosgrond. Het plan was geweest om naar Nîmes te gaan maar dat zagen we toch niet meer zitten. In plaats daarvan reden we naar Remoulins om een terrasje te pakken, alsof er niets aan de hand was. Parkeren deden we op de gratis parkeerplaats aan het begin van het dorp. Ook wij zijn adepten van Zeeuws Meisje tenslotte.

’s Avonds liepen we het hele terrein over, hadden we nog niet eerder gedaan. Het was veel groter dan ik dacht, met vooral op het achterste stuk allemaal campers en chalets. Er kwamen nieuwe mensen binnen die zich afvroegen hoe groot hier de schade was. Schade? Nou, niets. Toen pas hoorden we dat er een paar kilometer verderop enorme overstromingen waren geweest, de snelweg naar Nîmes stond zelfs helemaal onder water en er waren allemaal auto’s meegesleurd…Wat bleek: precies in ons gebied had zich een zogenaamde supercel gevormd, een zware onweersbui die om zijn eigen as blijft draaien. Wij zijn ontsnapt aan erger, maar dat gold dus zeker niet voor iedereen.

Onze buren sprongen direct na de laatste regendruppels op de fiets. Naar Castillon!

En waar zitten wij? Precies!

dinsdag 14 september 2021

Dag 23 – maandag 13 september: Remoulins

Er wordt hier veel gefietst. Er zijn niet zoveel fietspaden als je in sommige andere streken wel ziet, maar toch mogelijkheden genoeg. Zeker als het je niets kan schelen om over een drukke autoweg te fietsen, met zowel achterop- als tegemoetkomend vrachtverkeer. Dat dat soms levensgevaarlijke situaties op kan leveren, zowel voor jouzelf als fietser als voor de automobilisten, moet je op de koop toenemen. Maar ook in een doodstil straatje, zoals in Castillon-du-Gard,  ben je niet gevrijwaard van een valpartij. Daar schuilde het gevaar in een klein steentje dat nét verkeerd lag zodat de jonge vrouw die ons tegemoet kwam merkte toen ze hard onderuit ging. Gelukkig was haar partner niet al te ver vooruit gefietst zodat hij snel de nodige bijstand kon verlenen. Ik had de auto maar even stilgezet, zodat ze in alle rust weer overeind kon krabbelen en de fiets aan de kant kon zetten. Achter mij ontstond een korte file, maar iedereen wachtte geduldig. Toen we weer doorreden zagen we wel dat de dame in kwestie haar elleboog flink beschadigd had, er kronkelde een rood riviertje van bloed over haar onderarm. Waarschijnlijk leek het erger dan het was en was het plakken van een pleister genoeg. Overigens hebben we bij terugkomst onze van fietsende voorziene achterburen wel aangeraden eens die kant op te fietsen. Goed te doen vanaf de camping en zeer de moeite waard.

We waren er al ontelbare keren voorbij gereden, dat plaatsje. Nu gingen we er maar eens kijken, en wat een verrassing! Een prachtig gerestaureerd middeleeuws dorpje waar het nu eens niet uitgestorven was maar, ondanks het feit dat het heel klein was, toch over enkele terrassen beschikte waar gretig gebruik van gemaakt werd. Natuurlijk scheelde het dat we er met lunchtijd waren, dat trekt altijd wel bezoekers, maar het gaf het geheel ook  zonder dat een plezierige aanblik. Wij lieten deze keer gastronomische geneugten aan ons voorbij gaan, hadden een ander plan. We liepen door de stille straatjes en genoten van de geel gekleurde bakstenen met hun warme uitstraling. Vanaf één punt kon je de Pont ook goed zien liggen al was het wat in de verte. Na een uurtje hadden we het wel gezien en reden we naar onze volgende bestemming van de dag: Uzès.












Het is een verschil van dag en nacht, Uzès zien mèt of zónder markt. Het grote plein, waar we twee dagen geleden nauwelijks vooruitkwamen door de drukte, was nu leeg. De horeca had er weer tafeltjes en stoeltjes neergezet, op marktdag waren ze aangewezen op de beperkte ruimte onder de schaduwrijke en sfeervolle galerijen. Tja, en we konden het niet laten, of eigenlijk vooral ik niet: we gingen wéér lunchen bij Les Terroirs. En net als zaterdag nam ik de tartaar van tonijn, geflankeerd door een met balsamico en goede olijfolie aangemaakte sla met tomaat. Bert bestelde deels hetzelfde, namelijk carpaccio – die smolt werkelijk op je tong – maar deze keer niet met mozzarella maar met warme Pélardons op toast. Pélardons zijn kleine geitenkaasjes uit de Cevennen. Het zag er allemaal niet alleen geweldig uit maar het smaakte ook weer meer dan voortreffelijk. De tonijn, supervers, was uitstekend gemarineerd en vermengd met rode ui, kappertjes, zwarte olijven, hele dunne schijfjes appel, stukjes gegrilde courgette en peterselie. Met een glas witte wijn erbij was het weer smullen geblazen. We sloten af met een ijsje van de naastgelegen ijssalon. Dat ijs is hier echt onweerstaanbaar lekker! Toevallig had ik net het boek ‘de IJsmakers’ gelezen, van Ernest van der Kwast, en dat gaf het geheel voor mij een extra leuk tintje.






Nadat we nog wat rondgedwaald hadden en een boodschap gedaan bij de Carrefour was het weer tijd om ons bij de tent in een stoel te nestelen met een boek. Bert las ‘Ik ben een eiland’ uit, van Tamsin Calidas, en ik ging verder met ‘de Rat van Amsterdam’, van Pieter Waterdrinker. Een dikke pil maar vlot geschreven, een beetje in de stijl van ‘In Europa’ van Ilja Leonard Pfeiffer. In De Rat worden de grote loterijen in Nederland flink op de hak genomen, en niet alleen dat maar ook tal van andere zaken worden onder een sterk vergrootglas gelegd. Echt eten hoefden we niet meer, een stukje blauwe brébis volstond. Dit is een kaas vergelijkbaar met Roquefort maar dan van koemelk (roquefort is van schapenmelk). Stukje stokbrood erbij, klaar!

 Voor we gingen slapen haalden we alles binnen: stoelen en tafeltjes. Weersverwachting voor morgen: regen, regen, regen. Een fietstochtje zit er voor onze fietsende achterburen niet in, zelfs niet naar Castillon.

maandag 13 september 2021

Dag 22 – zondag 12 september: Remoulins

Tja, en dan heb je dus een dag waarvan je niets maar ook werkelijk niets te vertellen hebt. We hebben veel gelezen, ’s morgens nog een paar boodschappen gedaan en dat was dat. Saai? Nee, heerlijk!

O, toch nog iets. Onze achterburen, die van no. 482 maar volgens de administratie no. 475, kregen inwoning van een grote Deense camper. Ach, hun plek was groot genoeg. ’s Avonds kwam er echter een security-man op de fiets, en die verordonneerde de camper de volgende dag een andere plek te zoeken. Er mogen hier dus gewoon geen twee tenten/caravans/campers op één plek  staan, bijzettentjes daargelaten. Maar omdat de plekken zo groot zijn en bovendien niet begrensd, ontstaan er regelmatig misverstanden. De Denen moesten dus weg. De buren hebben hun nummer nu maar officieel gewijzigd in 482 en wij staan nog steeds administratief op 476 terwijl we op 475 staan. Boompje verwisselen of landjepik? Wie zal het zeggen…

zondag 12 september 2021

Dag 21 – zaterdag 11 september: Remoulins

Je hoeft niet aan het strand te liggen om dichtbij de zee te staan. Wij staan hier namelijk onder de zeedennen, en dat is voor ons bijna hetzelfde. Bovendien hebben we het strandje van de Gardon bijna naast de tent. Met het grootste voordeel dat we niet door het zand hoeven te ploegen of iets eten dat tussen je tanden knarst. Die zeedennen zijn hoog, met alleen aan de kruin wat groen. Maar de bast ervan is zo mooi! Dikke stukken schors, alsof ze in mozaïek tegen de stam gelegd zijn, die glanzen als de zon erop schijnt. We genieten er erg van.


Op zaterdagochtend is het markt in Uzès, een half uurtje rijden hiervandaan. Natuurlijk gingen we daarnaar toe, het is altijd erg gezellig. Onder de galerijen van het Kruidenplein zijn bovendien tal van leuke terrasjes, waarvan er één onze speciale belangstelling heeft: Les Terroirs. Een stukje buiten het centrum stond een grote P, met daaronder ‘gratis parkeren’. Die plek was al redelijk gevuld, uiteraard voor een groot deel met Nederlanders. De Zeeuws Meisje-mentaliteit is nog steeds goed voelbaar. Wij reden door, tot we aan de rand van het historisch centrum een goede, beschaduwde plek vonden. Weliswaar moesten we iets betalen, maar voor €3 konden we urenlang staan zonder in de gloeiende zon een paar kilometer terug te hoeven lopen naar een gratis parkeerplaats.

We liepen zo het oude centrum in. Uzès is een Middeleeuws stadje, wat ook zonder markt zeker een bezoek waard is. Op de markt schrokken we wel even van de drukte. Die was eigenlijk niet anders dan anders, maar door covid-ogen kijk je er toch met enige argwaan naar. Het viel wel op dat vrijwel iedereen een mondkapje ophad, en dat deden wij dus ook. Na een half uurtje werd het wat rustiger en konden we onze strooptocht tussen de kraampjes beginnen. Er was van alles. Naast levensmiddelen en kleding ook veel keramiek. We konden het niet laten en kochten toch weer iets, alsof we thuis nog niet genoeg hebben…maar we zijn nu eenmaal liefhebbers. Sommige mensen kochten iets heel anders; een levende hond. Die ze vervolgens zonder papiertje erom in hun boodschappentas stopten.








Na een tijdje rondgedwaald te hebben gingen we op zoek naar ons beoogde lunchcafé: Les Terroirs. Dat zit ergens onder een van de galerijen. Ja, ergens. Waar dan ook alweer? Op een goed moment zag ik het, maar tegen de tijd dat we ons door de menigte door naar de overkant gewurmd hadden waren we onbedoeld alweer van richting veranderd. Opnieuw zoeken dus. En toen snel gevonden. Ze hebben daar veel tafeltjes buiten en een paar binnen. Buiten was alles vol maar binnen konden we nog net een tafeltje bemachtigen. Dat stond gewoon in de deuropening (ze hebben twee ingangen) waardoor we toch eigenlijk weer buiten zaten. Klasse! De kaart staat vol met heerlijke kleine gerechtjes maar ook met salades en andere koude schotels, alles uit de streek en allemaal even vers. Bert nam de carpaccio met mozzarella, ik de tartaar van tonijn. Tja, wat zal ik zeggen? Het was goddelijk! Niets dan lof. En ook hier weer tegen een prijs waar McDonalds niet tegenop kan. Hoe is het toch mogelijk? In de supermarkt zijn de prijzen voor groente en fruit minstens net zo hoog als bij ons in Nederland, vaak nog hoger. Geheel voldaan maakten we nog een snelle ronde tussen de kraampjes die inmiddels al voor een deel afgebroken werden. Bij de Carrefour in Remoulins deden we een paar boodschappen en terug op de camping doken we niet de tent in maar ons boek.